You are currently viewing Waarom is onderzoek een belangrijk onderdeel van sportstudies?

Waarom is onderzoek een belangrijk onderdeel van sportstudies?

“Onderzoekend vermogen Sportkunde-studenten”

Door een voortdurend veranderende maatschappij is het voor een Sportkundige noodzakelijk om kritisch te kijken naar de professionele context om impact in de beroepspraktijk te realiseren. Er wordt van de (toekomstige) sportkundige verwacht dat zij een onderzoekende houding hebben ten opzichte van hun eigen beroepssituatie en dat zij een bijdrage kunnen leveren aan de verbetering van deze beroepspraktijk. Om die maatschappelijke waarde verder te versterken zal de aankomende beroepsprofessional steeds vaker een onderzoekende houding nodig hebben om bij te dragen aan de praktijk. De oplossing van deze vraagstukken vraagt om een interdisciplinaire aanpak die de grenzen van traditionele structuren, sectoren en/of vormen van werken overstijgt.

Dit vraagt om een kritisch-reflectieve houding waarbij kennis van de ‘body of knowledge’ van de eigen professie wordt bijgehouden en waarbij de professional in staat is methodisch en evidence informed te handelen op basis van deze kennis. Wetenschappelijke-, praktijkbronnen en ervaringen worden gecombineerd om tot nieuwe oplossingen, die impact hebben in de praktijk, te komen. Deze houding uit zich onder andere in het stellen van de juiste vragen en de drive om duurzame oplossingen te vinden in situaties waar standaardoplossingen niet voldoen.

De Sportkundige onderzoekt complexe praktijkvraagstukken op basis van een methodologisch verantwoorde aanpak en gebruikmakend van de beschikbare state-of-the-art kennis (Andriessen, 2014). In de praktijk, met kennis van het ecosysteem, legt hij de daadwerkelijke vraag bloot (vraagarticulatie). Vanuit deze vraag ontwerpt hij, samen met de praktijk, interventies en toetst deze in de praktijk. Doel van onderzoek binnen de opleiding Sportkunde is het bijdragen aan het ontwikkelen (of verbeteren) van een (vernieuwend) beroepsproduct als oplossing van een relevant praktijkprobleem. Met de implementatie van dit beroepsproduct wordt impact in de beroepspraktijk gerealiseerd, dit noemen we een beroepsprestatie.

Studenten Sportkunde moeten beschikken over onderzoekend vermogen dat bijdraagt aan een betere uitoefening van het beroep waarvoor ze worden opgeleid. Dit onderzoekend vermogen bestaat uit drie onderdelen (Andriessen, 2014):

  • een onderzoekende houding. Dit betekent dat studenten opmerkzaam, nieuwsgierig, bedachtzaam en kritisch zijn en bereid zijn informatie te delen;
  • onderzoeksresultaten van andere onderzoeken kunnen toepassen. Dit betekent dat ze hun weg kunnen vinden in voor hun beroep relevante wetenschappelijke en vakliteratuur en deze kunnen beoordelen en zich eigen kunnen maken;
  • onderzoek kunnen doen. Dit betekent dat ze de manieren van dataverzameling en -analyse die in de uitoefening hun beroep gebruikelijk zijn beheersen en kunnen inzetten om de informatie te verzamelen die nodig is bij het uitoefenen van het beroep. De kwaliteitseisen die hiervoor gelden zijn de eisen die in het beroep gebruikelijk zijn. Deze zijn veelal anders dan de eisen aan dataverzameling en -analyse die binnen wetenschappelijk onderzoek gebruikelijk zijn.

Praktijkgericht onderzoek voor Sportkundigen zal in de toekomst steeds vaker plaatsvinden in Communities of Learners (CoL’s) en Innovatie Werk Plaatsen (IWP’s). Studenten, docenten, onderzoekers en onze beroepspraktijk werken samen om deze communities te ontwikkelen.

Geef een reactie